Hieronder ziet u het
Internationaal Regelement
Onderstaand
de internationale spelregels in beknopte vorm.
Pétanque
wordt gespeeld:
2 tegen 2 met elk drie boules;
3 tegen 3 met elk 2 boules;
maar ook 1 tegen 1 met elk 3 boules.
1 tegen 1 noemen we tête à tête,
2 tegen 2 doublette
en 3 tegen 3 triplette.
Het but (doelballetje) is van hout en mag reglementair een
diameter hebben van 25 tot 35 mm.
De
boules moeten beantwoorden aan een diameter die varieert van 7.05 tot 8
cm, en het gewicht mag minimaal 650 en maximaal 800 gram zijn.
Er
wordt tussen de teams geloot (met een muntstuk) wie mag beginnen.
De winnaar trekt op één meter van welk obstakel ook een cirkel met een
diameter tussen de 35 en 50 centimeter, wanneer het terrein 4 meter breed
is.
Is het terrein 3 meter breed dan is de afstand 75 cm en bij 2 meter wordt
dat 50 cm.
De speler die het but werpt zal deze tussen de 6 en 10 meter moeten
deponeren.
Evenals de cirkel moet ook het but de voor geschreven afstand hebben van
een obstakel als in de vorige alinea genoemd.
Het
team dat het but werpt, werpt ook de eerste boule en probeert deze zo
dicht mogelijk bij het but te plaatsen.
Daarbij moet er op gelet worden dat de voeten in de cirkel staan en zij
niet van hun plaats mogen komen voordat de geworpen boule de grond heeft
geraakt.
Lukt
het vervolgens de tegenstander hun boule beter te plaatsen, dan hebben zij
de leiding.
Nu
mag het eerste team weer proberen de situatie naar haar voordeel om te
buigen en gaat daar mee door tot het al of niet gelukt is.
Heeft
een team geen boules meer dan kunnen haar tegenstanders met de nog
resterende boules proberen meer punten te scoren.
Hebben
beide teams geen boules meer dan worden de punten geteld.
Dat
zijn er zoveel, als een team boules dichter bij het but heeft liggen dan
de beste boule van zijn tegenstander.
Er
is nu één mène gespeeld.
Winnaar
is het team dat als eerste 13 punten heeft gehaald.
DE
INTERNATIONALE SPELREGELS
INHOUDSOPGAVE
----------------------------
ALGEMENE REGELS --------------------
Artikel 1 - Spelsamenstelling
Artikel 2 - Boules diameter,gewicht en eigenschappen
Artikel 3 - Licenties
Artikel 4 - Wisselen van boules en breuk van boules of but
------------------------------
HET SPEL ---------------------------------
Artikel 5 - Terrein en afmetingen
Artikel 6 - Start van het spel en werpcirkel
Artikel 7 - Gooi-afstand en -voorwaarden
Artikel 8 - Geldigheid van het but
Artikel 9 - Ongeldigheid van het but
Artikel 10 - Verwijderen van obstakels
Artikel 11 - Verplaatsing van het but door natuur,personen of dieren
Artikel 12 - Verplaatsing van het but naar een ander terrein
Artikel 13 - Puntentelling als het but uit het spel is
Artikel 14 - Plaatsing van het but na tussenkomst
Artikel 15 - Start van een mène nadat het but buiten het toegestane terrein komt
---------------------------------
BOULES ---------------------------------
Artikel 16 - Werpen van de eerste boule
Artikel 17 - Gedrag van spelers en toeschouwers
tijdens het spel
Artikel 18 - Boules welke zijn tegengehouden,
van richting veranderd
of buiten
het spel zijn geraakt
Artikel 19 - Ongeldige boules
Artikel 20 - Boules welke zijn tegengehouden
Artikel 21 - Toegestane speeltijd
Artikel 22 - Verplaatsing van boules door
natuur of personen
Artikel 23 - Spelen van verkeerde boules
Artikel 24 - Verkeerde plaatsing van boules
----------------------------
PUNTEN EN METING ----------------------------
Artikel 25 - Wegnemen van boules om te(kunnen) meten
Artikel 26 - Meting
Artikel 27 - Verwijderen van de boules na het spel
Artikel 28 - Verplaatsing van boules of but tijdens de meting
Artikel 29 - Gelijkwaardige boules
Artikel 30 - Verwijdering van vuil op de boule vóór meting
Artikel 31 - Spelonenigheid en protesten
-------------------------------
DISCIPLINE -------------------------------
Artikel 32 - Strafpunten voor afwezige ploegen of spelers
Artikel 33 - Aankomst van afwezige speler
Artikel 34 - Vervanging van spelers
Artikel 35 -
Slecht weer, onafgemaakte partijen,
ontbreken van een
speler
Artikel 36 - Verdeling van prijzen en wangedrag
Artikel 37 - Wangedrag van een speler
Artikel 38 - Verplichtingen van de scheidsrechter
en gedrag van de
toeschouwers
Artikel 39 - Samenstelling en taken van de
Wedstrijdjury
--------------------------------------------------------------------------
ALGEMENE
REGELS
ARTIKEL 1 - Spelsamenstelling
Pétanque is een sport tussen
twee ploegen van ieder drie spelers(tripletten).
Bij tripletten beschikt iedere speler over twee boules.
Ook is toegestaan twee spelers tegen twee spelers (doubletten) en één
speler tegen één speler (tête à tête).
Bij doubletten en tête à tête beschikt iedere speler over drie boules.
Elke andere formule is niet
toegestaan.
ARTIKEL 2 - Boules diameter,
gewicht en eigenschappen
Pétanque wordt gespeeld met
boules welke door de "Fédération Internationale de Pétanque et Jeu
Provencal" (FIPJP) zijn goedgekeurd en welke moeten voldoen aan de
volgende eisen:
|
De boules moeten van metaal zijn;
|
|
De boules moeten een diameter hebben van tenminste 7,05
cm en ten hoogste 8 cm;
|
|
De boules moeten een gewicht hebben van tenminste 650
gram en ten hoogste 800 gram.
Het merk van de fabrikant van de boules en de cijfers die het
gewicht aangeven, moeten in de boules zijn gegraveerd en steeds
leesbaar zijn;
|
|
De boules mogen niet van lood of zand worden voorzien,
noch worden getruqueerd in de algemene zin, of enige andere
verandering of wijziging ondergaan na de machinale bewerking door de
fabrikant die door de FIPJP is erkend.
Het is niet toegestaan de boules opnieuw te verhitten om de door de
fabrikant opgegeven hardheid te wijzigen.
De naam en voornaam van de speler (of initialen) mogen in de boules
worden gegraveerd, evenals de verschillende logo's of merken van de
fabrikant, overeenkomstig de specificatie die ten grondslag ligt aan
de vervaardiging van de boules.
|
ARTIKEL 2.1
De speler die zich schuldig maakt
aan overtreding van het bepaalde onder punt d) van artikel 2, wordt
onmiddellijk van de wedstrijd uitgesloten, evenals zijn medespeler(s).
De volgende twee gevallen kunnen
zich voordoen:
|
de zogenaamde "getruqueerde" boules: de speler
stelt zich bloot aan intrekking van zijn licentie voor een periode
zoals voorzien in het regelement tuchtrechtspraak en eventueel aan
andere sancties, die aan de schuldige speler kunnen worden opgelegd
door de commissie tuchtrechtspraak van de Nederlandse Jeu de Boules
Bond (NJBB);
|
|
de zogenaamde "nagegloeide" boules: de speler
stelt zich bloot aan intrekking van zijn licentie voor de duur van 2
jaar en een verbod op deelname aan de kwalificatiewedstrijden voor
de nationale en inter- nationale kampioenschappen voor de duur van 3
tot 5 jaar.
|
Indien
in één van deze beide gevallen de boules
zijn geleend en de eigenaar is bekend, zal deze laatste
worden bestraft met een schorsing van 2 jaar.
Indien een niet getruqueerde,
maar wel versleten of ondeugdelijk gefabriceerde boule een controleproef
niet met gunstig gevolg doorstaat, of niet voldoet aan onder de punten a),
b) of c) van artikel 2 genoemde eisen, moet de speler de boule vervangen.
Hij mag ook de set boules vervangen.
Protesten met betrekking tot het
vermelde onder de punten a), b) of c) van artikel 2 door de spelers van
twee ploegen zijn slechts ontvankelijk voor de aanvang van de partij.
Derhalve is het in het belang van de spelers zich voor de aanvang van de
partij ervan te vergewissen, of hun eigen boules en die van hun
tegenstanders aan de onder de punten a), b) en c) van artikel 2 gestelde
eisen voldoen.
Protesten van de spelers met
betrekking tot het vermelde onder punt d) van artikel 2, zijn ontvankelijk
gedurende de gehele partij, maar kunnen slechts worden ingediend tussen
twee mènes.
Vanaf de derde mène zal een
ongegrond gebleken protest met betrekking tot de boules van de
tegenstander worden beboet met drie strafpunten die bij de score van de
tegenstander worden opgeteld.
Ingeval de boules moesten worden
opengemaakt, is de indiener van het protest aansprakelijk. Met name is hij
gehouden de boules te vervangen of te vergoeden indien de boules aan de
regels blijken te voldoen.
In geen geval kan van de indiener betaling van schade- vergoeding worden
geëist.
De scheidsrechter en de jury
kunnen steeds en op elk moment van het spel, overgaan tot controle van de
boules van een of meer spelers.
ARTIKEL 2.2
Buts zijn uitsluitend van hout.
De diameter moet tenminste 25 mm en ten hoogste 35 mm zijn.
Geverfde buts, ongeacht de kleur, zijn toegestaan.
ARTIKEL 3 - Licenties
Voor de aanvang van een wedstrijd
moet iedere speler zijn licentie tonen.
Hij moet de licentie ook kunnen tonen op verzoek van de scheidsrechter, of
bij aanvang van een partij op verzoek van de tegenstander.
Elke licentie wordt uitgegeven volgens het administratieve reglement van
de bond en zal onder meer van een gestempelde foto en de handtekening van
de houder zijn voorzien.
ARTIKEL 4 - Wisselen van boules
en breuk van boules of but
Het is de spelers verboden boules
of het but tijdens de partij te vervangen, behoudens in de volgende
gevallen:
|
de boules of het but zijn onvindbaar. De zoektijd is
beperkt tot 5 minuten;
|
|
de boule of het but breekt. Wanneer er geen boules meer
te spelen zijn komt het grootste stuk in aanmerking voor de
puntentelling.
Indien er nog boules te spelen zijn, dan moet het grootste stuk na
de meting onmiddellijk worden vervangen door een boule of but van
gelijke of nagenoeg gelijke diameter.
De vervanging van een gebroken boule door een gelijke boule, of door
een andere set boules, is vanaf de volgende mène toegestaan.
|
HET
SPEL
ARTIKEL 5 - Terrein en afmetingen
Pétanque wordt beoefend op alle
terreinen.
De wedstrijdleiding of de scheidsrechter kan de ploegen echter verplichten
tegen elkaar uit te komen op een afgebakend terrein.
Voor de nationale
kampioenschappen en internationale wedstrijden moeten in dat geval de
afgebakende terreinen een lengte van tenminste 15 meter en een breedte van
tenminste 4 meter hebben.
Wat andere wedstrijden betreft,
kan de NJBB toestemming verlenen af te wijken van de genoemde afmetingen,
met dien verstande dat de afgebakende terreinen tenminste een lengte van
12 meter en een breedte van tenminste 3 meter hebben.
De partijen worden gespeeld t/m
13 punten met de mogelijkheid om partijen in poules en in cadrageronden
t/m 11 punten te doen spelen.
ARTIKEL 6 - Start van het spel en
werpcirkel
De spelers loten om uit te maken
wie van de twee ploegen de keuze van het terrein heeft in geval aan hen
door de wedstrijdleiding geen terrein werd toegewezen en welke ploeg als
eerste het but mag uitwerpen.
Een van de spelers van de ploeg
die de loting heeft gewonnen, kiest de plaats waar wordt begonnen en trekt
een cirkel, zodanig dat de voeten van iedere speler geheel binnen de
cirkel kunnen worden geplaatst.
De diameter van de cirkel mag niet kleiner dan 35 cm en niet groter dan 50
cm zijn.
De cirkel moet minimaal 1 meter
van elk obstakel of van de grens van niet toegestaan terrein worden
getrokken en bij wedstrijden op een niet afgebakend terrein op tenminste 2
meter van elke andere cirkel.
De voeten behoren zich geheel
binnen de cirkel te bevinden, mogen de cirkellijn niet raken en mogen de
cirkellijn niet overschrijden noch geheel van de grond loskomen voordat de
gespeelde boule de grond heeft geraakt.
Geen enkel ander lichaamsdeel mag de grond buiten de cirkel raken.
Gehandicapten, die de functie van
een been missen, mogen bij wijze van uitzondering met één voet binnen de
cirkel staan.
Voor spelers in een rolstoel,
moet de cirkel zich in het midden van de twee wielen bevinden en de
voetsteun ter hoogte van de cirkellijn.
Het uitwerpen van het but door
een speler van een ploeg houdt niet in, dat hij ook als eerste een boule
moet spelen.
Wanneer een terrein aan twee
tegen elkaar uitkomende ploegen is toegewezen, mogen deze zonder
toestemming van de scheidsrechter niet uitwijken naar een ander terrein.
ARTIKEL 7 - Gooi-afstand en
-voorwaarden
Om geldig te zijn moet het but
dat door een speler is geworpen voldoen aan de volgende voorwaarden:
|
de afstand tussen het but en het dichtstbijzijnde deel
van de cirkellijn moet bedragen:
|
minimaal 4 en maximaal 8 meter voor pupillen;
|
|
minimaal 5 en maximaal 9 meter voor
adspiranten;
|
|
minimaal 6 en maximaal 10 meter voor junioren en
senioren;
|
|
|
de cirkel moet zich op een afstand van minimaal 1 meter
van elk obstakel en van de grens van een niet toegestaan terrein
bevinden.
|
|
het but moet op een afstand van minimaal 1 meter van elk
obstakel en van de dichtstbijzijnde grens van een niet toegestaan
terrein liggen.
|
|
het but moet zichtbaar zijn voor de speler, die geheel
rechtop staat, met de voeten geheel binnen de rand van de cirkel.
In geval van onenigheid op dit punt beslist de scheidsrechter of het
but zichtbaar is.
Tegen deze uitspraak is geen beroep mogelijk.
|
In
de volgende mène wordt het but geworpen vanuit
een cirkel die getrokken is rondom het punt waar het
but in de vorige mène lag, behalve in de
volgende gevallen:
|
Wanneer de cirkel dan op een afstand van minder dan 1
meter van een obstakel of de grens van een niet toegestaan terrein
zou liggen.
|
|
wanneer het but niet op alle reglementaire afstanden zou
kunnen worden geworpen.
|
In
het eerste geval trekt de speler de cirkel op
de reglementaire afstand van het obstakel of van
het niet toegestane terrein.
In het tweede geval mag de speler
in de lijn, waarin de cirkel en het but zich bevonden zover achteruit gaan
totdat hij het but op de maximaal toegestane afstand kan uitwerpen.
Dit mag alleen, als het but in geen enkele richting op de reglementair
toegestane afstand kan worden geworpen.
Wanneer na drie achtereenvolgende
worpen door dezelfde ploeg het but niet volgens de hiervoor gestelde
voorwaarden reglementair is geworpen, komt het toe aan de tegenstander die
eveneens over drie pogingen beschikt en die overeenkomstig de in de vorige
alinea gestelde voorwaarden de cirkel naar achteren mag verplaatsen.
Indien deze ploeg niet slaagt in haar drie worpen dan mag de cirkel niet
meer van plaats worden veranderd.
In elk geval behoudt de ploeg die
het but na de eerste drie worpen heeft verloren, het recht om als eerste
een boule te spelen.
ARTIKEL 8 - Geldigheid van het
but
Als het but bij het uitwerpen
wordt tegengehouden door de scheidsrechter, een speler, een toeschouwer,
een dier of een bewegend voorwerp is het niet geldig.
Het but moet opnieuw worden geworpen, zonder dat deze worp meetelt als
één van de drie worpen waarop de ploeg of de speler recht heeft.
Indien na het uitwerpen van het
but de eerste boule is gespeeld, heeft de tegenstander nog het recht de
reglementaire ligging van het but te betwisten.
Indien het bezwaar als geldig wordt erkend, wordt het but opnieuw geworpen
en de boule opnieuw gespeeld.
Wanneer de tegenstander eveneens
een boule heeft gespeeld, wordt het but definitief als geldig beschouwd en
is geen enkel protest meer toegestaan.
Om het but opnieuw uit te werpen
moeten de beide ploegen het eens zijn dat de worp ongeldig was, of dat de
scheidsrechter daartoe besliste.
Het is dan onmogelijk om terug te komen op de voorgaande worp.
Indien een ploeg anders handelt,
verliest deze ploeg het recht om het but uit te werpen.
ARTIKEL 9 - Ongeldigheid van het
but
Het but is ongeldig in de
volgende zes gevallen:
|
wanneer het but, na het uitwerpen, zich niet bevindt
binnen de gestelde grenzen overeenkomstig artikel 7;
|
|
wanneer het but tijdens een mène wordt verplaatst naar
een niet toegestaan terrein, zelfs als het but terugkomt op
toegestaan terrein.
Het but op de grens van een toegestaan terrein is geldig. Het is
ongeldig nadat het in zijn geheel de grens van het toegestane
terrein of de verlieslijn is gepasseerd, dit betekent dat het zich
recht van boven gezien geheel op niet toegestaan terrein bevindt.
Een
plas water waarop het but vrij drijft, wordt als niet toegestaan
terrein beschouwd;
|
|
wanneer het but dat zich op het toegestaan terrein
bevindt zodanig is verplaatst, dat het volgens de regels van artikel
7 niet meer zichtbaar
is voor de speler vanuit de cirkel.
Echter een but dat achter een boule schuilgaat, is niet ongeldig.
De scheidsrechter is bevoegd een boule tijdelijk weg te nemen om te
constateren of het but zichtbaar is;
|
|
wanneer het but wordt verplaatst op meer dan 20 meter of
minder dan 3 meter van de cirkel;
|
|
wanneer het verplaatste but onvindbaar is.
De zoektijd is beperkt tot 5 minuten;
|
|
wanneer er zich een niet toegestaan terrein bevindt
tussen het but en de cirkel.
|
ARTIKEL 10 - Verwijderen van
obstakels
Het is de spelers ten strengste
verboden welk obstakel dan ook op het terrein (stenen, zand, bladeren enz.)
te verwijderen, te verplaatsen, te verbrijzelen of in de grond te drukken.
Het is aan de speler die het but gaat uitwerpen toegestaan maximaal drie
maal met zijn boule de donnée te onderzoeken.
De speler die zich gereed maakt om te gaan spelen of één van zijn
medespelers mag de inslag, welke door de laatst gespeelde boule werd
gemaakt, dichtmaken.
Voor het niet in acht nemen van
de in dit artikel gegeven regels kunnen de spelers de volgende sancties
worden opgelegd:
|
een
waarschuwing;
|
|
een ongeldigheidsverklaring van de gespeelde of de te
spelen boule;
|
|
een diskwalificatie van de schuldige ploeg;
|
|
een diskwalificatie van de beide ploegen in geval van
oogluikend toestaan.
|
ARTIKEL 11 - Verplaatsing van het
but door natuur, personen of dieren
Indien tijdens een mène het but
onverwacht wordt bedekt door een boomblad of een stuk papier worden deze
voorwerpen verwijderd.
Indien het but dat stilligt in
beweging komt, bijvoorbeeld als gevolg van de wind of de helling van het
terrein, wordt het but op zijn oorspronke lijke plaats teruggelegd, onder
voorwaarde dat het was gemarkeerd.
Indien het but per ongeluk wordt
verplaatst door de scheidsrechter, een speler, een toeschouwer, een boule
of een but uit een ander spel, een dier of een bewegend voorwerp, wordt
het but eveneens op zijn oorspronkelijke plaats teruggelegd.
Om elke onenigheid te vermijden,
behoren de spelers het but te markeren.
Geen enkel protest wordt toegestaan dat betrekking heeft op de boules of
het but welke niet zijn gemarkeerd.
ARTIKEL 12 - Verplaatsing van het
but naar een ander terrein
Als het but tijdens een mène
naar een ander speelterrein wordt verplaatst, afgebakend of niet, is het
but geldig onder voorbehoud van de in artikel 9 gestelde regels.
De spelers die dit but gebruiken
behoren zonodig het einde van de mène, die door de spelers op het andere
speelterrein is begonnen, af te wachten alvorens de eigen mène af te
maken.
De spelers op wie dit van toepassing is, behoren het nodige geduld en
beleefdheid te betrachten.
ARTIKEL 13 - Puntentelling als
het but uit het spel is
Wanneer het but tijdens een mène
ongeldig wordt, doen zich drie mogelijkheden voor:
|
beide ploegen hebben nog boules te spelen.
De mène is ongeldig;
|
|
slechts één ploeg heeft nog boules te spelen.
Deze ploeg krijgt evenveel punten als het aantal nog te spelen
boules;
|
|
beide ploegen hebben geen boules meer te spelen.
De mène is ongeldig.
|
ARTIKEL 14 - Plaatsing van het
but na tussenkomst
|
Wanneer het but door een boule is geraakt en wordt
tegengehouden door een toeschouwer of door de scheidsrechter behoudt
het zijn plaats.
|
|
Indien het but door een boule is geraakt en wordt
tegengehouden door een speler dan heeft de tegenstander van degene
die het heeft tegengehouden de keuze uit:
|
het but laten liggen op zijn nieuwe plaats;
|
|
het but terugleggen op zijn oorspronkelijke plaats;
|
|
het but leggen in het verlengde van de lijn, die de
oorspronkelijke plaats van het but verbindt met de plaats waar
het zich bevindt, maar alleen op toegestaan terrein en op
zodanige wijze dat de mène kan worden vervolgd.
|
Het
vermelde onder de punten b) en c) mag alleen worden toegepast, als
het but tevoren was gemarkeerd.Zo niet, dan behoudt het zijn nieuwe
plaats.
Wanneer
het but op niet toegestaan terrein komt, om daarna uiteindelijk
terug te komen op het speelterrein, is het gestelde in artikel 13
van toepassing.
|
ARTIKEL 15 - Start van een mène
nadat het but buiten het toegestane terrein komt
Wanneer het but tijdens een mène
buiten het aangewezen terrein wordt verplaatst, wordt het in de volgende mène
geworpen vanaf de plaats, waar het zich bevond, voordat het werd
verplaatst, onder voorbehoud van de in artikel 7 gestelde regels:
|
de cirkel kan worden getrokken op een afstand
van 1 meter van elk obstakel en van de grens van een
niet toegestaan terrein;
|
|
het but op een
reglementaire afstand kan worden geworpen.
|
BOULES
ARTIKEL 16 -
Werpen van de eerste boule
De eerste boule van een mène
wordt gespeeld door een speler van de ploeg die de loting of de vorige mène
heeft gewonnen.
De speler mag van geen enkel
voorwerp gebruik maken of op de grond een streep zetten om de plaatst aan
te duiden waar hij zijn boule wil werpen of zijn donnée aan te duiden.
Wanneer een speler zijn laatste
boule speelt, is het niet toegestaan een extra boule in de andere hand te
houden.
Het is niet toegestaan het but of
de boule vochtig te maken.
Indien de eerste gespeelde boule
zich op niet toegestaan terrein bevindt, moet de tegenstander de volgende
boule spelen.
Wanneer ook deze uit gaat moet er
beurtelings worden gespeeld totdat er een boule op toegestaan terrein
ligt.
Wanneer geen enkele boule meer op
toegestaan terrein ligt ingevolge van een geschoten of geplaatste boule is
het gestelde in artikel 29 van toepassing.
ARTIKEL 17 - Gedrag van spelers
en toeschouwers tijdens het spel
Gedurende de reglementaire tijd
die de speler heeft om een boule te spelen behoren de toeschouwers en de
spelers de grootst mogelijke stilte in acht te nemen.
De tegenstanders mogen niet
lopen, geen gebaren maken, of iets anders doen wat de speler zou kunnen
storen.
Alleen zijn medespelers mogen zich ophouden tussen het but en de cirkel.
De tegenstanders moeten zich
ophouden voorbij het but of achter de speler en in beide gevallen houden
zij een afstand van tenminste 2 meter zijwaarts van het but of de speler.
De spelers die deze regels niet
in acht nemen kunnen van de wedstrijd worden uitgesloten, indien zij na
een waarschuwing van de scheidsrechter, in hun gedrag volharden.
ARTIKEL 18 - Boules welke zijn
tegengehouden, van richting veranderd of buiten het spel zijn geraakt
Een gespeelde boule mag niet
opnieuw worden gespeeld. De boules echter die op hun weg tussen de cirkel
en het but onopzettelijk worden tegengehouden of uit hun koers worden
gebracht door een boule of een but uit een ander spel, door een dier, of
door een bewegend voorwerp, alsmede in het geval voorzien in artikel 8,
tweede alinea, moeten opnieuw worden gespeeld.
Niemand mag bij wijze van proef
zijn boule in het spel werpen.
Wanneer de terreinen door de
wedstrijdleiding zijn afgebakend, moet het but worden geworpen op het
terrein dat aan de ploegen is toegewezen.
De boules en het but die tijdens
een mène buiten het afgebakende terrein komen blijven geldig, behalve in
de in artikel 9 en artikel 19 genoemde regels.
In de volgende mène vervolgen de ploegen het spel op het terrein dat hen
is toegewezen.
Wanneer de terreinen van een
afzetting zijn voorzien - dit geldt alleen voor erespeelterreinen -
moet de afzetting zich bevinden op een afstand van minimaal 30 cm achter
de verlieslijn.
De verlieslijn mag de terreinen omgeven op een afstand van maximaal 4
meter.
ARTIKEL 19 - Ongeldige boules
Een boule is ongeldig zodra hij
op niet toegestaan terrein komt.
De boule is pas ongeldig nadat het in zijn geheel de grens van het
toegestane terrein of de verlieslijn is gepasseerd, dit betekent dat deze
zich recht van boven gezien geheel op het niet toegestaan terrein bevindt.
Indien de boule vervolgens op het
toegestane terrein terugkomt, hetzij door de helling van het terrein,
hetzij dat hij via een bewegend of vast obstakel wordt teruggekaatst, moet
hij onmiddelijk uit het spel worden genomen.
Alles wat de boule bij zijn
terugkomst op het speelterrein heeft verplaatst, moet op zijn plaats
worden teruggelegd.
Een ongeldige boule moet
onmiddellijk uit het spel worden genomen.
Wanneer dit niet onmiddellijk gebeurt, wordt de boule als geldig beschouwd
zodra een volgende boule is gespeeld.
ARTIKEL 20 - Boules welke zijn
tegengehouden
Een gespeelde boule die is
tegengehouden door een toeschouwer of door de scheidsrechter, behoudt zijn
plaats waar hij tot stilstand is gekomen.
Een gespeelde boule die is
tegengehouden door een speler van de ploeg aan wie de boule toebehoort, is
ongeldig.
Een geplaatste boule die is
tegengehouden door een tegenstander, mag naar keuze van de speler opnieuw
worden gespeeld of blijven liggen op de plaats waar hij tot stilstand is
gekomen.
Wanneer een geschoten boule of
geraakte boule wordt tegengehouden door een speler, mag de tegenstander
van degene die de fout heeft gemaakt:
|
de boule laten liggen op de plaats waar hij
tot stilstand is gekomen;
|
|
het object (boule of
but) dat werd geraakt in het verlengde leggen van de lijn die de
oorspronkelijke plaats van het object verbindt met de plaats waar
het zich bevindt, maar alleen op een bespeelbaar terrein en onder
voorwaarde dat het object was gemarkeerd.
|
De
speler die opzettelijk een boule tot stilstand
brengt wordt evenals zijn medespeler(s) ten aanzien
van de partij waarin het gebeurde, onmiddelijk
gediskwalificeerd.
ARTIKEL 21 - Toegestane speeltijd
Zodra het but is geworpen, heeft
iedere speler maximaal 1 minuut om zijn boule te spelen.
De tijd gaat in, zodra het but of
een gespeelde boule stilligt en wanneer er moet worden gemeten, zodra de
meting is verricht.
Dezelfde regels gelden met
betrekking tot het uitwerpen van het but na elke mène.
De speler die zich hieraan niet
houdt, kan met de in artikel 10 genoemde sancties worden bestraft.
ARTIKEL 22 - Verplaatsing van
boules door natuur of personen
Wanneer een stilliggende boule in
beweging komt, bijvoorbeeld als gevolg van de wind of de helling van het
terrein, wordt de boule op zijn plaats teruggelegd.
Hetzelfde gebeurt met een boule die per ongeluk wordt verplaatst door een
speler, een scheidsrechter, een toeschouwer, een dier of door een bewegend
voorwerp.
Om onenigheid te vermijden,
moeten de spelers de boules en het but markeren.
Een protest dat betrekking heeft op een niet gemarkeerde boule of but zal
niet worden gehonoreerd en de scheidsrechter zal slechts een uitspraak
doen op grond van de feitelijke ligging van de boules en van het but op
het terrein.
ARTIKEL 23 - Spelen van verkeerde
boules
De speler die met een andere
boule speelt dan de zijne, krijgt een waarschuwing.
De gespeelde boule is niettemin geldig maar hij moet onmiddellijk,
eventueel na meting ervan, worden vervangen.
Wanneer er tijdens een partij
sprake is van herhaling, dan wordt de boule van de schuldige speler
ongeldig verklaard en wordt alles dat door deze boule is verplaatst, op
zijn plaats teruggelegd.
Voordat een speler zijn boule
speelt, moet de speler hem ontdoen van elk spoor van modder of wat er ook
aankleeft, dit op straffe van toepassing van de in artikel 10 genoemde
sancties.
Het is de spelers niet toegestaan
de gespeelde boules op te rapen vóór het einde van de mène.
ARTIKEL 24 - Verkeerde plaatsing
van boules
Een niet reglementair gespeelde
boule is ongeldig en alles wat door de boule op zijn weg is verplaatst,
moet op zijn oorspronkelijke plaats worden teruggelegd.
Hetzelfde geldt voor een boule
die vanuit een andere cirkel is gespeeld dan die van waaruit het but is
geworpen.
De tegenstander heeft echter
steeds het recht de voor- deelregel toe te passen en deze boule geldig te
verklaren.
In dit geval is de geplaatste of geschoten boule geldig en blijft alles
dat de boule heeft verplaatst, op de nieuwe plaats liggen.
De ploeg die het but gaat
uitwerpen moet alle cirkels in de nabijheid van de cirkel vanwaar hij gaat
uitwerpen uitwissen.
PUNTEN
EN METING
ARTIKEL 25 - Wegnemen van boules
om te (kunnen) meten
De boules en obstakels die zich
bevinden tussen het but en de te meten boules, mogen om de meting te
kunnen verrichten tijdelijk van hun plaats worden weggenomen, nadat deze
zijn gemarkeerd.
Na de meting worden de boules en
obstakels weer op hun plaats teruggelegd.
Indien obstakels niet kunnen
worden weggenomen, kan met behulp van een passer worden gemeten.
ARTIKEL 26 - Meting
De taak om te meten berust op de
speler die het laatst een boule heeft gespeeld of op één van zijn
medespelers.
De tegenstanders hebben steeds het recht om opnieuw te meten.
Ongeacht de positie van de te meten boules en het moment in de mène, kan
de scheidsrechter worden geraadpleegd.
Tegen de uitspraak van de scheidsrechter is geen beroep mogelijk.
Iedere ploeg moet het juiste
meetgereedschap bezitten om de metingen te kunnen uitvoeren.
Het is niet toegestaan de
metingen uit te voeren met behulp van de voeten.
De spelers die deze regel niet in acht nemen kunnen van de wedstrijd
worden uitgesloten, als zij na een waarschuwing van de scheidsrechter, in
hun gedrag volharden.
ARTIKEL 27 - Verwijderen van de
boules na het spel
Een boule die aan het einde van
de mène wordt opgeraapt, voordat de puntentelling heeft plaatsgevonden,
is ongeldig wanneer de boule niet was gemarkeerd.
Hiertegen kan geen protest worden ingediend.
ARTIKEL 28 - Verplaatsing van
boules of but tijdens de meting
Het punt is verloren voor een
ploeg indien een van de spelers die de meting verricht, het but of een van
de betwiste boules verplaatst.
Indien de scheidsrechter bij de
meting het but of de boule beweegt of verplaatst en na de nieuwe meting
blijkt, dat de boule die aanvankelijk werd geacht op punt te liggen nog
steeds op punt ligt, dan doet de scheidsrechter in alle rechtvaardigheid
een uitspraak.
Hetzelfde gebeurt in het
veronderstelde geval waarin na een nieuwe meting blijkt dat de boule die
aanvankelijk geacht werd op punt te liggen, niet meer op punt ligt.
ARTIKEL 29 - Gelijkwaardige
boules
Wanneer twee boules die elk aan
een ploeg toebehoren, op gelijke afstand van het but liggen, of het but
raken en er zijn geen boules meer te spelen dan is de mène onbeslist en
het but blijft aan de ploeg die de voorafgaande mène heeft gewonnen.
Wanneer slechts één
ploeg nog over één of meer boules beschikt, dan wordt er doorgespeeld en
tellen de boules die tenslotte dichter bij het but liggen dan de dichtsbij
liggende boule van de tegenstander als punt.
Indien de beide ploegen over één
of meer boules beschikken, speelt de ploeg die het laatst heeft gespeeld
opnieuw, daarna moet er beurtelings worden gespeeld totdat het punt door
een ploeg is gewonnen. Wanneer er één ploeg overblijft die nog over
boules beschikt, dan is het bepaalde in de tweede alinea van toepassing.
Indien aan het eind van de mène
geen enkele boule op toegestaan terrein ligt is de mène ongeldig.
ARTIKEL 30 - Verwijdering van
vuil op de boule vóór meting
Alles wat aan de boule of het but
kleeft, moet vóór de meting worden verwijderd.
ARTIKEL 31 - Spelonenigheid en
protesten
Om ontvankelijk te zijn moet een
protest bij de scheidsrechter worden in gediend.
Wanneer een protest wordt
ingediend, nadat het resultaat van een partij vaststaat, wordt het niet
meer in overweging genomen.
Iedere ploeg is verantwoordelijk
voor het toezicht op de tegenstander (licenties, categorie, speelterrein,
boules, enz.).
DISCIPLINE
ARTIKEL 32 - Strafpunten voor
afwezige ploegen of spelers
De spelers behoren bij de
wedstrijdtafel aanwezig te zijn, wanneer de loting voor de ontmoetingen en
de bekendmaking van de uitslag hiervan plaatsvindt.
De ploeg die een kwartier na het
bekendmaken van de uitslag van de loting niet op het speelterrein aanwezig
is, krijgt een strafpunt dat ten gunste van de tegenstander komt.
Na het verstrijken van dit
kwartier komt, voor elke 5 minuten afwezigheid, er een strafpunt bij.
Dezelfde sancties zijn van
toepassing tijdens het verdere verloop van de wedstrijd, na elke loting en
in het geval van hervatting van de partijen als deze, om welke reden dan
ook, onderbroken zijn geweest.
De ploeg die binnen een uur na de
bekendmaking van de loting nog niet op het speelterrein aanwezig is, wordt
wegens niet opkomen tot verliezer verklaard.
Een onvolledige ploeg heeft het
recht de partij te beginnen zonder op de afwezige speler te wachten, maar
beschikt niet over zijn boules.
ARTIKEL 33 - Aankomst van
afwezige speler
Indien de afwezige speler zich
komt melden, nadat de eerste mène is begonnen mag hij aan deze mène niet
meer deelnemen.
De speler wordt pas bij de
volgende mène tot het spel toegelaten.
Meldt de speler die afwezig was
zich later dan 1 uur na aanvang van de partij, dan verliest hij het recht
aan deze partij deel te nemen.
Indien zijn medespeler(s) deze
partij wint(winnen), mag hij aan de volgende partij deelnemen, indien de
ploeg mede onder zijn naam is ingeschreven.
Indien de wedstrijd in poules
wordt gespeeld, dan mag de speler aan de tweede partij deelnemen, ongeacht
het resultaat van de eerste partij.
Een mène wordt geacht te zijn
begonnen, wanneer het but op reglementaire wijze op het speelterrein is
geworpen.
ARTIKEL 34 - Vervanging van
spelers
Vervanging van één speler in
doubletten of één of twee spelers in tripletten is slechts toegestaan,
zolang de wedstrijd nog niet is begonnen (door middel van een fluitsignaal
of aankondiging) en op voorwaarde dat de vervanger(s) niet waren
ingeschreven voor de wedstrijd in een andere ploeg.
ARTIKEL 35 - Slecht weer,
onafgemaakte partijen, ontbreken van een speler
In geval van regen moet elke mène
die aan de gang is, worden voltooid, tenzij de scheidsrechter, die in deze
alleen bevoegd is anders beslist.
De scheidsrechter met de jury zijn bevoegd te beslissen over een
onderbreking of de annulering van een mène in geval van overmacht.
Wanneer na de aankondiging van
een nieuwe fase in de wedstrijd (2e, 3e ronde, enz.) bepaalde partijen nog
niet zijn voltooid, kan de scheidsrechter, na raadpleging van de
wedstrijdleiding, alle maatregelen of besluiten nemen die hij nodig acht
voor een goed verloop van de wedstrijd.
Een speler mag zich niet van een
aan de gang zijnde partij verwijderen of het speelterrein verlaten zonder
toestemming van de scheidsrechter.
Mocht dit toch gebeuren, zonder dat toestemming is verleend, dan worden de
regels van artikel 32 en artikel 33, toegepast.
ARTIKEL 36 - Verdeling van
prijzen en wangedrag
Verdeling van de prijzen en de
beloningen is ten strengste verboden.
Wanneer ploegen tijdens het
spelen van finale-partijen of andere partijen blijk geven van gebrek aan
sportiviteit en aan respect tegenover het publiek, de wedstrijdleiding of
de scheidsrechter, zullen zij van de wedstrijd worden uitgesloten.
Deze uitsluiting kan tot gevolg
hebben dat eventueel behaalde resultaten niet geldig worden verklaard,
alsmede toepassing van de in artikel 37 gestelde sancties.
ARTIKEL 37 - Wangedrag van een
speler
De speler die zich schuldig maakt
aan incorrect gedrag of, reden te meer, aan geweld jegens een
wedstrijdleider, een scheidsrechter, een andere speler of een toeschouwer,
kan afhankelijk van de ernst van de overtreding met één of meer van de
hieronder genoemde sancties worden bestraft:
|
uitsluiting van de wedstrijd;
|
|
intrekking van de licentie;
|
|
inbeslagname van of verplichting tot teruggave van de
prijzen en beloningen.
|
De
sanctie die ten aanzien van de schuldige speler wordt genomen, kunnen
ook worden toegepast op zijn medespeler(s).
De onder de punten 1) en 2)
genoemde sancties worden opgelegd door de scheidsrechter.
De onder punt 3) genoemde sanctie
wordt toegepast door de wedstrijdleiding.
De wedstrijdleiding moet binnen 48 uur de inbeslaggenomen prijzen en
beloningen, tezamen met haar verslag, doen toekomen aan de bondsinstantie
die over de bestemming ervan beslist.
In elk geval beslist in laatste instantie het bondsbestuur.
ARTIKEL 38 - Verplichtingen van
de scheidsrechter en gedrag van de toe- schouwers
De scheidsrechters die zijn
aangewezen voor het leiden van de wedstrijden zijn belast met het toezicht
op de strikte toepassing van het spelreglement en de administratieve
reglementen die deze completeren.
De scheids rechters hebben de bevoegdheid om iedere speler of iedere ploeg
die zou weigeren zich bij hun beslissing neer te leggen, van deelname aan
de wedstrijd uit te sluiten.
Toeschouwers met een licentie of
de geschorsten die door hun gedrag de oorzaak zouden zijn van
ongeregeldheden op het speelterrein, zullen door de scheidsrechter worden
gerapporteerd aan de daartoe aangewezen bondsinstantie.
Deze bondsinstantie zal de zaak van de overtreder(s) aanhangig maken bij
de commissie tuchtrechtspraak.
Deze commissie zal de schuldige(n) oproepen en uitspraak doen over de te
nemen sancties.
ARTIKEL 39 - Samenstelling en
taken van de wedstrijdjury
Gevallen, waarin dit reglement
niet voorziet, worden onderworpen aan het oordeel van de scheidsrechter
die hierover kan beraadslagen met de jury.
Deze jury bestaat uit tenminste drie en ten hoogste vijf leden. Tegen de
op grond van dit artikel genomen beslissingen door de jury is geen beroep
mogelijk.
Als de stemmen staken is de stem van de voorzitter van de jury
doorslaggevend.
Kleding
van de spelers
Correcte kleding is voor iedere
speler vereist (ontbloot bovenlichaam of blote voeten zijn niet
toegestaan).
Een speler die deze regels niet na- komt wordt, na een waarschuwing van de
scheidsrechter, van deelneming aan de wedstrijd uitgesloten.
N.B. Het huidige reglement is
goedgekeurd door het Internationale Congres te Brussel op 21 september
1995
Internationaal Spelreglement Pétanque
van de FIPJP mede uitgegeven door de NJBB, 1 juni 1996.
|