| 
       Hieronder ziet u het
      Internationaal Regelement
      
      
       
      
       
      
       
       
      
      
       
      Onderstaand
      de internationale spelregels in beknopte vorm. 
      
      
       
      Pétanque
      wordt gespeeld:
      
      
       
      2 tegen 2 met elk drie boules; 
      3 tegen 3 met elk 2 boules; 
      maar ook 1 tegen 1 met elk 3 boules.
      
      
       
      1 tegen 1 noemen we tête à tête, 
      2 tegen 2 doublette 
      en 3 tegen 3 triplette. 
      
      
       
       
      Het but (doelballetje) is van hout en mag reglementair een
      diameter hebben van 25 tot 35 mm.
      
      
       
      De
      boules moeten beantwoorden aan een diameter die varieert van 7.05 tot 8
      cm, en het gewicht mag minimaal 650 en maximaal 800 gram zijn.
      
      
       
      Er
      wordt tussen de teams geloot (met een muntstuk) wie mag beginnen. 
      De winnaar trekt op één meter van welk obstakel ook een cirkel met een
      diameter tussen de 35 en 50 centimeter, wanneer het terrein 4 meter breed
      is. 
      Is het terrein 3 meter breed dan is de afstand 75 cm en bij 2 meter wordt
      dat 50 cm. 
      De speler die het but werpt zal deze tussen de 6 en 10 meter moeten
      deponeren. 
      Evenals de cirkel moet ook het but de voor geschreven afstand hebben van
      een obstakel als in de vorige alinea genoemd. 
      
      
       
      Het
      team dat het but werpt, werpt ook de eerste boule en probeert deze zo
      dicht mogelijk bij het but te plaatsen. 
      Daarbij moet er op gelet worden dat de voeten in de cirkel staan en zij
      niet van hun plaats mogen komen voordat de geworpen boule de grond heeft
      geraakt. 
      
      
       
      Lukt
      het vervolgens de tegenstander hun boule beter te plaatsen, dan hebben zij
      de leiding. 
      
      
       
      Nu
      mag het eerste team weer proberen de situatie naar haar voordeel om te
      buigen en gaat daar mee door tot het al of niet gelukt is. 
      
      
       
      Heeft
      een team geen boules meer dan kunnen haar tegenstanders met de nog
      resterende boules proberen meer punten te scoren. 
      
      
       
      Hebben
      beide teams geen boules meer dan worden de punten geteld.
      
      
       
      Dat
      zijn er zoveel, als een team boules dichter bij het but heeft liggen dan
      de beste boule van zijn tegenstander.
      
      
       
      Er
      is nu één mène gespeeld. 
      
      
       
      Winnaar
      is het team dat als eerste 13 punten heeft gehaald. 
      
      
       
      
       
      
       
      DE
      INTERNATIONALE SPELREGELS 
      
       
      INHOUDSOPGAVE
      
      
       ----------------------------
      ALGEMENE REGELS --------------------
      
      
       
         
      
      
      
       
      Artikel 1 - Spelsamenstelling
      
       
      Artikel 2 - Boules diameter,gewicht en eigenschappen
      
       
      Artikel 3 - Licenties
      
       
      Artikel 4 - Wisselen van boules en breuk van boules of but
      
       
      ------------------------------
      HET SPEL ---------------------------------
      
       
         
      
      
      
       
       
      
      
       
      Artikel 5 - Terrein en afmetingen
      
       
      Artikel 6 - Start van het spel en werpcirkel
      
       
      Artikel 7 - Gooi-afstand en -voorwaarden
      
       
      Artikel 8 - Geldigheid van het but
      
       
      Artikel 9 - Ongeldigheid van het but
      
       
      Artikel 10 - Verwijderen van obstakels
      
       
      Artikel 11 - Verplaatsing van het but door natuur,personen of dieren
      
       
      Artikel 12 - Verplaatsing van het but naar een ander terrein
      
       
      Artikel 13 - Puntentelling als het but uit het spel is
      
       
      Artikel 14 - Plaatsing van het but na tussenkomst
      
       
      Artikel 15 - Start van een mène nadat het but buiten het toegestane terrein komt
      
       
      ---------------------------------
      BOULES ---------------------------------
      
       
         
      
      
      
       
       
      
      
       
      Artikel 16 - Werpen van de eerste boule
      
       
      Artikel 17 - Gedrag van spelers en toeschouwers
      
       
                                                      
       tijdens het spel
      
      
       
      Artikel 18 - Boules welke zijn tegengehouden,
      
       
                                                      
       van richting veranderd
      of buiten
      
      
       
                                                      
       het spel zijn geraakt
      
      
       
      Artikel 19 - Ongeldige boules
      
       
      Artikel 20 - Boules welke zijn tegengehouden
      
       
      Artikel 21 - Toegestane speeltijd
      
       
      Artikel 22 - Verplaatsing van boules door
      
       
                                                      
       natuur of personen
      
      
       
      Artikel 23 - Spelen van verkeerde boules
      
       
      Artikel 24 - Verkeerde plaatsing van boules
      
       
      ----------------------------
      PUNTEN EN METING ----------------------------
      
       
         
      
      
      
       
       
      
      
       
      Artikel 25 - Wegnemen van boules om te(kunnen) meten
      
       
      Artikel 26 - Meting
      
       
      Artikel 27 - Verwijderen van de boules na het spel
      
       
      Artikel 28 - Verplaatsing van boules of but tijdens de meting
      
       
      Artikel 29 - Gelijkwaardige boules
      
       
      Artikel 30 - Verwijdering van vuil op de boule vóór meting
      
       
      Artikel 31 - Spelonenigheid en protesten
      
       
      -------------------------------
      DISCIPLINE -------------------------------
      
       
         
      
      
      
       
       
      
      
       
      Artikel 32 - Strafpunten voor afwezige ploegen of spelers
      
       
      Artikel 33 - Aankomst van afwezige speler
      
       
      Artikel 34 - Vervanging van spelers
      
       
      Artikel 35  -
      Slecht weer, onafgemaakte partijen,
      
       
                        
       ontbreken van een
      speler
      
      
       
      Artikel 36 - Verdeling van prijzen en wangedrag
      
       
      Artikel 37 - Wangedrag van een speler
      
       
      Artikel 38 - Verplichtingen van de scheidsrechter
      
       
                                       
       en gedrag van de
      toeschouwers
      
      
       
      Artikel 39 - Samenstelling en taken van de
      
       
                                                      
       Wedstrijdjury
      
      
       
       
 
      --------------------------------------------------------------------------
      
       
         
      
      
      
       
      ALGEMENE
      REGELS
      
       
      ARTIKEL 1 - Spelsamenstelling
      
       
      Pétanque is een sport tussen
      twee ploegen van ieder drie spelers(tripletten). 
      Bij tripletten beschikt iedere speler over twee boules. 
      Ook is toegestaan twee spelers tegen twee spelers (doubletten) en één
      speler tegen één speler (tête à tête). 
      Bij doubletten en tête à tête beschikt iedere speler over drie boules.
      
      
       
      Elke andere formule is niet
      toegestaan.
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 2 - Boules diameter,
      gewicht en eigenschappen
      
       
      Pétanque wordt gespeeld met
      boules welke door de "Fédération Internationale de Pétanque et Jeu
      Provencal" (FIPJP) zijn goedgekeurd en welke moeten voldoen aan de
      volgende eisen:
      
      
       
      
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             De boules moeten van metaal zijn;
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             De boules moeten een diameter hebben van tenminste 7,05
            cm en ten hoogste 8 cm;
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             De boules moeten een gewicht hebben van tenminste 650
            gram en ten hoogste 800 gram. 
            Het merk van de fabrikant van de boules en de cijfers die het
            gewicht aangeven, moeten in de boules zijn gegraveerd en steeds
            leesbaar zijn;
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             De boules mogen niet van lood of zand worden voorzien,
            noch worden getruqueerd in de algemene zin, of enige andere
            verandering of wijziging ondergaan na de machinale bewerking door de
            fabrikant die door de FIPJP is erkend. 
            Het is niet toegestaan de boules opnieuw te verhitten om de door de
            fabrikant opgegeven hardheid te wijzigen. 
            De naam en voornaam van de speler (of initialen) mogen in de boules
            worden gegraveerd, evenals de verschillende logo's of merken van de
            fabrikant, overeenkomstig de specificatie die ten grondslag ligt aan
            de vervaardiging van de boules.
            
             
           | 
         
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 2.1
      
       
      De speler die zich schuldig maakt
      aan overtreding van het bepaalde onder punt d) van artikel 2, wordt
      onmiddellijk van de wedstrijd uitgesloten, evenals zijn medespeler(s).
      
      
       
      De volgende twee gevallen kunnen
      zich voordoen:
      
      
       
      
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             de zogenaamde "getruqueerde" boules: de speler
            stelt zich bloot aan intrekking van zijn licentie voor een periode
            zoals voorzien in het regelement tuchtrechtspraak en eventueel aan
            andere sancties, die aan de schuldige speler kunnen worden opgelegd
            door de commissie tuchtrechtspraak van de Nederlandse Jeu de Boules
            Bond (NJBB);
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             de zogenaamde "nagegloeide" boules: de speler
            stelt zich bloot aan intrekking van zijn licentie voor de duur van 2
            jaar en een verbod op deelname aan de kwalificatiewedstrijden voor
            de nationale en inter- nationale kampioenschappen voor de duur van 3
            tot 5 jaar. 
            
             
           | 
         
       
      Indien
      in één van deze beide gevallen de boules 
      zijn geleend en de eigenaar is bekend, zal deze laatste 
      worden bestraft met een schorsing van 2 jaar.  
      
       
       
      
      
       
      Indien een niet getruqueerde,
      maar wel versleten of ondeugdelijk gefabriceerde boule een controleproef
      niet met gunstig gevolg doorstaat, of niet voldoet aan onder de punten a),
      b) of c) van artikel 2 genoemde eisen, moet de speler de boule vervangen. 
      Hij mag ook de set boules vervangen.
      
      
       
      Protesten met betrekking tot het
      vermelde onder de punten a), b) of c) van artikel 2 door de spelers van
      twee ploegen zijn slechts ontvankelijk voor de aanvang van de partij.
      Derhalve is het in het belang van de spelers zich voor de aanvang van de
      partij ervan te vergewissen, of hun eigen boules en die van hun
      tegenstanders aan de onder de punten a), b) en c) van artikel 2 gestelde
      eisen voldoen.
      
      
       
      Protesten van de spelers met
      betrekking tot het vermelde onder punt d) van artikel 2, zijn ontvankelijk
      gedurende de gehele partij, maar kunnen slechts worden ingediend tussen
      twee mènes.
      
      
       
      Vanaf de derde mène zal een
      ongegrond gebleken protest met betrekking tot de boules van de
      tegenstander worden beboet met drie strafpunten die bij de score van de
      tegenstander worden opgeteld.
      
      
       
      Ingeval de boules moesten worden
      opengemaakt, is de indiener van het protest aansprakelijk. Met name is hij
      gehouden de boules te vervangen of te vergoeden indien de boules aan de
      regels blijken te voldoen. 
      In geen geval kan van de indiener betaling van schade- vergoeding worden
      geëist.
      
      
       
      De scheidsrechter en de jury
      kunnen steeds en op elk moment van het spel, overgaan tot controle van de
      boules van een of meer spelers.
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 2.2
      
       
      Buts zijn uitsluitend van hout. 
      De diameter moet tenminste 25 mm en ten hoogste 35 mm zijn. 
      Geverfde buts, ongeacht de kleur, zijn toegestaan.
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 3 - Licenties
      
       
      Voor de aanvang van een wedstrijd
      moet iedere speler zijn licentie tonen. 
      Hij moet de licentie ook kunnen tonen op verzoek van de scheidsrechter, of
      bij aanvang van een partij op verzoek van de tegenstander. 
      Elke licentie wordt uitgegeven volgens het administratieve reglement van
      de bond en zal onder meer van een gestempelde foto en de handtekening van
      de houder zijn voorzien.
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 4 - Wisselen van boules
      en breuk van boules of but
      
       
      Het is de spelers verboden boules
      of het but tijdens de partij te vervangen, behoudens in de volgende
      gevallen:
      
      
       
      
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             de boules of het but zijn onvindbaar. De zoektijd is
            beperkt tot 5 minuten;
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             de boule of het but breekt. Wanneer er geen boules meer
            te spelen zijn komt het grootste stuk in aanmerking voor de
            puntentelling. 
            Indien er nog boules te spelen zijn, dan moet het grootste stuk na
            de meting onmiddellijk worden vervangen door een boule of but van
            gelijke of nagenoeg gelijke diameter. 
            De vervanging van een gebroken boule door een gelijke boule, of door
            een andere set boules, is vanaf de volgende mène toegestaan.
            
             
           | 
         
       
       
      
      
       
      HET
      SPEL
      
       
      ARTIKEL 5 - Terrein en afmetingen
      
       
      Pétanque wordt beoefend op alle
      terreinen. 
      De wedstrijdleiding of de scheidsrechter kan de ploegen echter verplichten
      tegen elkaar uit te komen op een afgebakend terrein.
      
      
       
      Voor de nationale
      kampioenschappen en internationale wedstrijden moeten in dat geval de
      afgebakende terreinen een lengte van tenminste 15 meter en een breedte van
      tenminste 4 meter hebben.
      
      
       
      Wat andere wedstrijden betreft,
      kan de NJBB toestemming verlenen af te wijken van de genoemde afmetingen,
      met dien verstande dat de afgebakende terreinen tenminste een lengte van
      12 meter en een breedte van tenminste 3 meter hebben.
      
      
       
      De partijen worden gespeeld t/m
      13 punten met de mogelijkheid om partijen in poules en in cadrageronden
      t/m 11 punten te doen spelen.
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 6 - Start van het spel en
      werpcirkel
      
       
      De spelers loten om uit te maken
      wie van de twee ploegen de keuze van het terrein heeft in geval aan hen
      door de wedstrijdleiding geen terrein werd toegewezen en welke ploeg als
      eerste het but mag uitwerpen.
      
      
       
      Een van de spelers van de ploeg
      die de loting heeft gewonnen, kiest de plaats waar wordt begonnen en trekt
      een cirkel, zodanig dat de voeten van iedere speler geheel binnen de
      cirkel kunnen worden geplaatst. 
      De diameter van de cirkel mag niet kleiner dan 35 cm en niet groter dan 50
      cm zijn. 
      
      
       
      De cirkel moet minimaal 1 meter
      van elk obstakel of van de grens van niet toegestaan terrein worden
      getrokken en bij wedstrijden op een niet afgebakend terrein op tenminste 2
      meter van elke andere cirkel.
      
      
       
      De voeten behoren zich geheel
      binnen de cirkel te bevinden, mogen de cirkellijn niet raken en mogen de
      cirkellijn niet overschrijden noch geheel van de grond loskomen voordat de
      gespeelde boule de grond heeft geraakt. 
      Geen enkel ander lichaamsdeel mag de grond buiten de cirkel raken.
      
      
       
      Gehandicapten, die de functie van
      een been missen, mogen bij wijze van uitzondering met één voet binnen de
      cirkel staan.
      
      
       
      Voor spelers in een rolstoel,
      moet de cirkel zich in het midden van de twee wielen bevinden en de
      voetsteun ter hoogte van de cirkellijn.
      
      
       
      Het uitwerpen van het but door
      een speler van een ploeg houdt niet in, dat hij ook als eerste een boule
      moet spelen. 
      
      
       
      Wanneer een terrein aan twee
      tegen elkaar uitkomende ploegen is toegewezen, mogen deze zonder
      toestemming van de scheidsrechter niet uitwijken naar een ander terrein. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 7 - Gooi-afstand en
      -voorwaarden
      
       
      Om geldig te zijn moet het but
      dat door een speler is geworpen voldoen aan de volgende voorwaarden:
      
      
       
      
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             de afstand tussen het but en het dichtstbijzijnde deel
            van de cirkellijn moet bedragen: 
            
             
            
              
                | 
                   
                   
                  
                   
                 | 
                
                   minimaal 4 en maximaal 8 meter voor pupillen;
                  
                   
                 | 
               
              
                | 
                   
                   
                  
                   
                 | 
                
                   minimaal 5 en maximaal 9 meter voor
                  adspiranten;
                  
                   
                 | 
               
              
                | 
                   
                   
                  
                   
                 | 
                
                   minimaal 6 en maximaal 10 meter voor junioren en
                  senioren;
                  
                   
                 | 
               
             
            
            
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             de cirkel moet zich op een afstand van minimaal 1 meter
            van elk obstakel en van de grens van een niet toegestaan terrein
            bevinden.
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             het but moet op een afstand van minimaal 1 meter van elk
            obstakel en van de dichtstbijzijnde grens van een niet toegestaan
            terrein liggen.
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             het but moet zichtbaar zijn voor de speler, die geheel
            rechtop staat, met de voeten geheel binnen de rand van de cirkel. 
            In geval van onenigheid op dit punt beslist de scheidsrechter of het
            but zichtbaar is. 
            Tegen deze uitspraak is geen beroep mogelijk.
            
             
           | 
         
       
       
      
      
       
      In
      de volgende mène wordt het but geworpen vanuit 
      een cirkel die getrokken is rondom het punt waar het 
      but in de vorige mène lag, behalve in de 
      volgende gevallen:  
      
       
       
      
      
       
      
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             Wanneer de cirkel dan op een afstand van minder dan 1
            meter van een obstakel of de grens van een niet toegestaan terrein
            zou liggen.
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             wanneer het but niet op alle reglementaire afstanden zou
            kunnen worden geworpen.
            
             
           | 
         
       
       
      
      
       
      In
      het eerste geval trekt de speler de cirkel op 
      de reglementaire afstand van het obstakel of van 
      het niet toegestane terrein. 
      
       
       
      
      
       
      In het tweede geval mag de speler
      in de lijn, waarin de cirkel en het but zich bevonden zover achteruit gaan
      totdat hij het but op de maximaal toegestane afstand kan uitwerpen. 
      Dit mag alleen, als het but in geen enkele richting op de reglementair
      toegestane afstand kan worden geworpen.
      
      
       
      Wanneer na drie achtereenvolgende
      worpen door dezelfde ploeg het but niet volgens de hiervoor gestelde
      voorwaarden reglementair is geworpen, komt het toe aan de tegenstander die
      eveneens over drie pogingen beschikt en die overeenkomstig de in de vorige
      alinea gestelde voorwaarden de cirkel naar achteren mag verplaatsen. 
      Indien deze ploeg niet slaagt in haar drie worpen dan mag de cirkel niet
      meer van plaats worden veranderd. 
      
      
       
      In elk geval behoudt de ploeg die
      het but na de eerste drie worpen heeft verloren, het recht om als eerste
      een boule te spelen. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 8 - Geldigheid van het
      but
      
       
      Als het but bij het uitwerpen
      wordt tegengehouden door de scheidsrechter, een speler, een toeschouwer,
      een dier of een bewegend voorwerp is het niet geldig. 
      Het but moet opnieuw worden geworpen, zonder dat deze worp meetelt als
      één van de drie worpen waarop de ploeg of de speler recht heeft. 
      
      
       
      Indien na het uitwerpen van het
      but de eerste boule is gespeeld, heeft de tegenstander nog het recht de
      reglementaire ligging van het but te betwisten. 
      Indien het bezwaar als geldig wordt erkend, wordt het but opnieuw geworpen
      en de boule opnieuw gespeeld. 
      
      
       
      Wanneer de tegenstander eveneens
      een boule heeft gespeeld, wordt het but definitief als geldig beschouwd en
      is geen enkel protest meer toegestaan. 
      
      
       
      Om het but opnieuw uit te werpen
      moeten de beide ploegen het eens zijn dat de worp ongeldig was, of dat de
      scheidsrechter daartoe besliste. 
      Het is dan onmogelijk om terug te komen op de voorgaande worp. 
      
      
       
      Indien een ploeg anders handelt,
      verliest deze ploeg het recht om het but uit te werpen. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 9 - Ongeldigheid van het
      but
      
       
      Het but is ongeldig in de
      volgende zes gevallen:
      
      
       
      
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             wanneer het but, na het uitwerpen, zich niet bevindt
            binnen de gestelde grenzen overeenkomstig artikel 7;
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             wanneer het but tijdens een mène wordt verplaatst naar
            een niet toegestaan terrein, zelfs als het but terugkomt op
            toegestaan terrein. 
            Het but op de grens van een toegestaan terrein is geldig. Het is
            ongeldig nadat het in zijn geheel de grens van het toegestane
            terrein of de verlieslijn is gepasseerd, dit betekent dat het zich
            recht van boven gezien geheel op niet toegestaan terrein bevindt. 
            
            
             
            Een
            plas water waarop het but vrij drijft, wordt als niet toegestaan
            terrein beschouwd; 
            
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             wanneer het but dat zich op het toegestaan terrein
            bevindt zodanig is verplaatst, dat het volgens de regels van artikel
            7  niet meer zichtbaar
            is voor de speler vanuit de cirkel. 
            Echter een but dat achter een boule schuilgaat, is niet ongeldig. 
            De scheidsrechter is bevoegd een boule tijdelijk weg te nemen om te
            constateren of het but zichtbaar is; 
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             wanneer het but wordt verplaatst op meer dan 20 meter of
            minder dan 3 meter van de cirkel; 
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             wanneer het verplaatste but onvindbaar is. 
            De zoektijd is beperkt tot 5 minuten; 
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             wanneer er zich een niet toegestaan terrein bevindt
            tussen het but en de cirkel. 
            
             
           | 
         
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 10 - Verwijderen van
      obstakels
      
       
      Het is de spelers ten strengste
      verboden welk obstakel dan ook op het terrein (stenen, zand, bladeren enz.)
      te verwijderen, te verplaatsen, te verbrijzelen of in de grond te drukken. 
      Het is aan de speler die het but gaat uitwerpen toegestaan maximaal drie
      maal met zijn boule de donnée te onderzoeken. 
      De speler die zich gereed maakt om te gaan spelen of één van zijn
      medespelers mag de inslag, welke door de laatst gespeelde boule werd
      gemaakt, dichtmaken.
      
      
       
      Voor het niet in acht nemen van
      de in dit artikel gegeven regels kunnen de spelers de volgende sancties
      worden opgelegd:
      
      
       
      
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             een
            waarschuwing;
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             een ongeldigheidsverklaring van de gespeelde of de te
            spelen boule; 
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             een diskwalificatie van de schuldige ploeg; 
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             een diskwalificatie van de beide ploegen in geval van
            oogluikend toestaan. 
            
             
           | 
         
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 11 - Verplaatsing van het
      but door natuur, personen of dieren
      
       
      Indien tijdens een mène het but
      onverwacht wordt bedekt door een boomblad of een stuk papier worden deze
      voorwerpen verwijderd. 
      
      
       
      Indien het but dat stilligt in
      beweging komt, bijvoorbeeld als gevolg van de wind of de helling van het
      terrein, wordt het but op zijn oorspronke lijke plaats teruggelegd, onder
      voorwaarde dat het was gemarkeerd. 
      
      
       
      Indien het but per ongeluk wordt
      verplaatst door de scheidsrechter, een speler, een toeschouwer, een boule
      of een but uit een ander spel, een dier of een bewegend voorwerp, wordt
      het but eveneens op zijn oorspronkelijke plaats teruggelegd. 
      
      
       
      Om elke onenigheid te vermijden,
      behoren de spelers het but te markeren. 
      Geen enkel protest wordt toegestaan dat betrekking heeft op de boules of
      het but welke niet zijn gemarkeerd. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 12 - Verplaatsing van het
      but naar een ander terrein
      
       
      Als het but tijdens een mène
      naar een ander speelterrein wordt verplaatst, afgebakend of niet, is het
      but geldig onder voorbehoud van de in artikel 9 gestelde regels. 
      
      
       
      De spelers die dit but gebruiken
      behoren zonodig het einde van de mène, die door de spelers op het andere
      speelterrein is begonnen, af te wachten alvorens de eigen mène af te
      maken. 
      De spelers op wie dit van toepassing is, behoren het nodige geduld en
      beleefdheid te betrachten. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 13 - Puntentelling als
      het but uit het spel is
      
       
      Wanneer het but tijdens een mène
      ongeldig wordt, doen zich drie mogelijkheden voor: 
      
      
       
      
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             beide ploegen hebben nog boules te spelen. 
            De mène is ongeldig;
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             slechts één ploeg heeft nog boules te spelen. 
            Deze ploeg krijgt evenveel punten als het aantal nog te spelen
            boules; 
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             beide ploegen hebben geen boules meer te spelen. 
            De mène is ongeldig. 
            
             
           | 
         
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 14 - Plaatsing van het
      but na tussenkomst
      
       
      
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             Wanneer het but door een boule is geraakt en wordt
            tegengehouden door een toeschouwer of door de scheidsrechter behoudt
            het zijn plaats. 
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             Indien het but door een boule is geraakt en wordt
            tegengehouden door een speler dan heeft de tegenstander van degene
            die het heeft tegengehouden de keuze uit: 
            
             
            
              
                | 
                   
                   
                  
                   
                 | 
                
                   het but laten liggen op zijn nieuwe plaats; 
                  
                   
                 | 
               
              
                | 
                   
                   
                  
                   
                 | 
                
                   het but terugleggen op zijn oorspronkelijke plaats; 
                  
                   
                 | 
               
              
                | 
                   
                   
                  
                   
                 | 
                
                   het but leggen in het verlengde van de lijn, die de
                  oorspronkelijke plaats van het but verbindt met de plaats waar
                  het zich bevindt, maar alleen op toegestaan terrein en op
                  zodanige wijze dat de mène kan worden vervolgd. 
                  
                   
                 | 
               
             
            Het
            vermelde onder de punten b) en c) mag alleen worden toegepast, als
            het but tevoren was gemarkeerd.Zo niet, dan behoudt het zijn nieuwe
            plaats. 
            
            
             
            Wanneer
            het but op niet toegestaan terrein komt, om daarna uiteindelijk
            terug te komen op het speelterrein, is het gestelde in artikel 13
            van toepassing. 
            
            
             
           | 
         
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 15 - Start van een mène
      nadat het but buiten het toegestane terrein komt
      
      
       
      Wanneer het but tijdens een mène
      buiten het aangewezen terrein wordt verplaatst, wordt het in de volgende mène
      geworpen vanaf de plaats, waar het zich bevond, voordat het werd
      verplaatst, onder voorbehoud van de in artikel 7 gestelde regels: 
      
      
       
       
      
      
       
      
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             de cirkel kan worden getrokken op een afstand 
            van 1 meter van elk obstakel en van de grens van een 
            niet toegestaan terrein;
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             het but op een
            reglementaire afstand kan worden geworpen.  
            
            
             
             
            
             
           | 
         
       
       
      
      
       
      BOULES
      
       
      ARTIKEL 16 -
      Werpen van de eerste boule   
      
      
       
      De eerste boule van een mène
      wordt gespeeld door een speler van de ploeg die de loting of de vorige mène
      heeft gewonnen.
      
      
       
      De speler mag van geen enkel
      voorwerp gebruik maken of op de grond een streep zetten om de plaatst aan
      te duiden waar hij zijn boule wil werpen of zijn donnée aan te duiden.
      
      
       
      Wanneer een speler zijn laatste
      boule speelt, is het niet toegestaan een extra boule in de andere hand te
      houden.
      
      
       
      Het is niet toegestaan het but of
      de boule vochtig te maken.
      
      
       
      Indien de eerste gespeelde boule
      zich op niet toegestaan terrein bevindt, moet de tegenstander de volgende
      boule spelen.
      
      
       
      Wanneer ook deze uit gaat moet er
      beurtelings worden gespeeld totdat er een boule op toegestaan terrein
      ligt.
      
      
       
      Wanneer geen enkele boule meer op
      toegestaan terrein ligt ingevolge van een geschoten of geplaatste boule is
      het gestelde in artikel 29 van toepassing. 
      
      
       
       
      
       
       
      
       
      ARTIKEL 17 - Gedrag van spelers
      en toeschouwers tijdens het spel 
      
       
      Gedurende de reglementaire tijd
      die de speler heeft om een boule te spelen behoren de toeschouwers en de
      spelers de grootst mogelijke stilte in acht te nemen. 
      
      
       
      De tegenstanders mogen niet
      lopen, geen gebaren maken, of iets anders doen wat de speler zou kunnen
      storen. 
      Alleen zijn medespelers mogen zich ophouden tussen het but en de cirkel. 
      
      
       
      De tegenstanders moeten zich
      ophouden voorbij het but of achter de speler en in beide gevallen houden
      zij een afstand van tenminste 2 meter zijwaarts van het but of de speler. 
      
      
       
      De spelers die deze regels niet
      in acht nemen kunnen van de wedstrijd worden uitgesloten, indien zij na
      een waarschuwing van de scheidsrechter, in hun gedrag volharden. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 18 - Boules welke zijn
      tegengehouden, van richting veranderd of buiten het spel zijn geraakt
      
      
       
      Een gespeelde boule mag niet
      opnieuw worden gespeeld. De boules echter die op hun weg tussen de cirkel
      en het but onopzettelijk worden tegengehouden of uit hun koers worden
      gebracht door een boule of een but uit een ander spel, door een dier, of
      door een bewegend voorwerp, alsmede in het geval voorzien in artikel 8,
      tweede alinea, moeten opnieuw worden gespeeld. 
      
      
       
      Niemand mag bij wijze van proef
      zijn boule in het spel werpen. 
      
      
       
      Wanneer de terreinen door de
      wedstrijdleiding zijn afgebakend, moet het but worden geworpen op het
      terrein dat aan de ploegen is toegewezen. 
      
      
       
      De boules en het but die tijdens
      een mène buiten het afgebakende terrein komen blijven geldig, behalve in
      de in artikel 9 en artikel 19 genoemde regels. 
      In de volgende mène vervolgen de ploegen het spel op het terrein dat hen
      is toegewezen. 
      
      
       
      Wanneer de terreinen van een
      afzetting zijn voorzien - dit geldt alleen voor erespeelterreinen -
      moet de afzetting zich bevinden op een afstand van minimaal 30 cm achter
      de verlieslijn. 
      De verlieslijn mag de terreinen omgeven op een afstand van maximaal 4
      meter. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 19 - Ongeldige boules
      
      
       
      Een boule is ongeldig zodra hij
      op niet toegestaan terrein komt. 
      De boule is pas ongeldig nadat het in zijn geheel de grens van het
      toegestane terrein of de verlieslijn is gepasseerd, dit betekent dat deze
      zich recht van boven gezien geheel op het niet toegestaan terrein bevindt.
      
      
      
       
      Indien de boule vervolgens op het
      toegestane terrein terugkomt, hetzij door de helling van het terrein,
      hetzij dat hij via een bewegend of vast obstakel wordt teruggekaatst, moet
      hij onmiddelijk uit het spel worden genomen.
      
      
       
      Alles wat de boule bij zijn
      terugkomst op het speelterrein heeft verplaatst, moet op zijn plaats
      worden teruggelegd. 
      
      
       
      Een ongeldige boule moet
      onmiddellijk uit het spel worden genomen. 
      Wanneer dit niet onmiddellijk gebeurt, wordt de boule als geldig beschouwd
      zodra een volgende boule is gespeeld. 
      
      
       
      ARTIKEL 20 - Boules welke zijn
      tegengehouden 
      
       
      Een gespeelde boule die is
      tegengehouden door een toeschouwer of door de scheidsrechter, behoudt zijn
      plaats waar hij tot stilstand is gekomen. 
      
      
       
      Een gespeelde boule die is
      tegengehouden door een speler van de ploeg aan wie de boule toebehoort, is
      ongeldig. 
      
      
       
      Een geplaatste boule die is
      tegengehouden door een tegenstander, mag naar keuze van de speler opnieuw
      worden gespeeld of blijven liggen op de plaats waar hij tot stilstand is
      gekomen. 
      
      
       
      Wanneer een geschoten boule of
      geraakte boule wordt tegengehouden door een speler, mag de tegenstander
      van degene die de fout heeft gemaakt: 
      
      
       
      
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             de boule laten liggen op de plaats waar hij 
            tot stilstand is gekomen;
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             het object (boule of
            but) dat werd geraakt in het verlengde leggen van de lijn die de
            oorspronkelijke plaats van het object verbindt met de plaats waar
            het zich bevindt, maar alleen op een bespeelbaar terrein en onder
            voorwaarde dat het object was gemarkeerd.  
            
            
             
             
            
             
           | 
         
       
       
      
      
       
      De
      speler die opzettelijk een boule tot stilstand 
      brengt wordt evenals zijn medespeler(s) ten aanzien 
      van de partij waarin het gebeurde, onmiddelijk 
      gediskwalificeerd. 
        
      
       
      ARTIKEL 21 - Toegestane speeltijd
      
      
       
      Zodra het but is geworpen, heeft
      iedere speler maximaal 1 minuut om zijn boule te spelen. 
      
      
       
      De tijd gaat in, zodra het but of
      een gespeelde boule stilligt en wanneer er moet worden gemeten, zodra de
      meting is verricht. 
      
      
       
      Dezelfde regels gelden met
      betrekking tot het uitwerpen van het but na elke mène. 
      
      
       
      De speler die zich hieraan niet
      houdt, kan met de in artikel 10 genoemde sancties worden bestraft. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 22 - Verplaatsing van
      boules door natuur of personen 
      
       
      Wanneer een stilliggende boule in
      beweging komt, bijvoorbeeld als gevolg van de wind of de helling van het
      terrein, wordt de boule op zijn plaats teruggelegd. 
      Hetzelfde gebeurt met een boule die per ongeluk wordt verplaatst door een
      speler, een scheidsrechter, een toeschouwer, een dier of door een bewegend
      voorwerp. 
      
      
       
      Om onenigheid te vermijden,
      moeten de spelers de boules en het but markeren. 
      Een protest dat betrekking heeft op een niet gemarkeerde boule of but zal
      niet worden gehonoreerd en de scheidsrechter zal slechts een uitspraak
      doen op grond van de feitelijke ligging van de boules en van het but op
      het terrein. 
      
      
       
       
      
       
       
      
       
      ARTIKEL 23 - Spelen van verkeerde
      boules
      
      
       
      De speler die met een andere
      boule speelt dan de zijne, krijgt een waarschuwing. 
      De gespeelde boule is niettemin geldig maar hij moet onmiddellijk,
      eventueel na meting ervan, worden vervangen.
      
      
       
      Wanneer er tijdens een partij
      sprake is van herhaling, dan wordt de boule van de schuldige speler
      ongeldig verklaard en wordt alles dat door deze boule is verplaatst, op
      zijn plaats teruggelegd. 
      
      
       
      Voordat een speler zijn boule
      speelt, moet de speler hem ontdoen van elk spoor van modder of wat er ook
      aankleeft, dit op straffe van toepassing van de in artikel 10 genoemde
      sancties. 
      
      
       
      Het is de spelers niet toegestaan
      de gespeelde boules op te rapen vóór het einde van de mène. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 24 - Verkeerde plaatsing
      van boules 
      
       
      Een niet reglementair gespeelde
      boule is ongeldig en alles wat door de boule op zijn weg is verplaatst,
      moet op zijn oorspronkelijke plaats worden teruggelegd. 
      
      
       
      Hetzelfde geldt voor een boule
      die vanuit een andere cirkel is gespeeld dan die van waaruit het but is
      geworpen. 
      
      
       
      De tegenstander heeft echter
      steeds het recht de voor- deelregel toe te passen en deze boule geldig te
      verklaren. 
      In dit geval is de geplaatste of geschoten boule geldig en blijft alles
      dat de boule heeft verplaatst, op de nieuwe plaats liggen. 
      
      
       
      De ploeg die het but gaat
      uitwerpen moet alle cirkels in de nabijheid van de cirkel vanwaar hij gaat
      uitwerpen uitwissen. 
      
      
       
       
      
      
       
      PUNTEN
      EN METING
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 25 - Wegnemen van boules
      om te (kunnen) meten 
      
       
      De boules en obstakels die zich
      bevinden tussen het but en de te meten boules, mogen om de meting te
      kunnen verrichten tijdelijk van hun plaats worden weggenomen, nadat deze
      zijn gemarkeerd. 
      
      
       
      Na de meting worden de boules en
      obstakels weer op hun plaats teruggelegd. 
      
      
       
      Indien obstakels niet kunnen
      worden weggenomen, kan met behulp van een passer worden gemeten. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 26 - Meting
      
      
       
      De taak om te meten berust op de
      speler die het laatst een boule heeft gespeeld of op één van zijn
      medespelers. 
      De tegenstanders hebben steeds het recht om opnieuw te meten. 
      Ongeacht de positie van de te meten boules en het moment in de mène, kan
      de scheidsrechter worden geraadpleegd. 
      Tegen de uitspraak van de scheidsrechter is geen beroep mogelijk. 
      
      
       
      Iedere ploeg moet het juiste
      meetgereedschap bezitten om de metingen te kunnen uitvoeren. 
      
      
       
      Het is niet toegestaan de
      metingen uit te voeren met behulp van de voeten. 
      De spelers die deze regel niet in acht nemen kunnen van de wedstrijd
      worden uitgesloten, als zij na een waarschuwing van de scheidsrechter, in
      hun gedrag volharden. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 27 - Verwijderen van de
      boules na het spel 
      
       
      Een boule die aan het einde van
      de mène wordt opgeraapt, voordat de puntentelling heeft plaatsgevonden,
      is ongeldig wanneer de boule niet was gemarkeerd. 
      Hiertegen kan geen protest worden ingediend. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 28 - Verplaatsing van
      boules of but tijdens de meting 
      
       
      Het punt is verloren voor een
      ploeg indien een van de spelers die de meting verricht, het but of een van
      de betwiste boules verplaatst. 
      
      
       
      Indien de scheidsrechter bij de
      meting het but of de boule beweegt of verplaatst en na de nieuwe meting
      blijkt, dat de boule die aanvankelijk werd geacht op punt te liggen nog
      steeds op punt ligt, dan doet de scheidsrechter in alle rechtvaardigheid
      een uitspraak.
      
      
       
      Hetzelfde gebeurt in het
      veronderstelde geval waarin na een nieuwe meting blijkt dat de boule die
      aanvankelijk geacht werd op punt te liggen, niet meer op punt ligt. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 29 - Gelijkwaardige
      boules
      
      
       
      Wanneer twee boules die elk aan
      een ploeg toebehoren, op gelijke afstand van het but liggen, of het but
      raken en er zijn geen boules meer te spelen dan is de mène onbeslist en
      het but blijft aan de ploeg die de voorafgaande mène heeft gewonnen. 
      
      
       
      Wanneer slechts één
      ploeg nog over één of meer boules beschikt, dan wordt er doorgespeeld en
      tellen de boules die tenslotte dichter bij het but liggen dan de dichtsbij
      liggende boule van de tegenstander als punt. 
      
      
       
      Indien de beide ploegen over één
      of meer boules beschikken, speelt de ploeg die het laatst heeft gespeeld
      opnieuw, daarna moet er beurtelings worden gespeeld totdat het punt door
      een ploeg is gewonnen. Wanneer er één ploeg overblijft die nog over
      boules beschikt, dan is het bepaalde in de tweede alinea van toepassing. 
      
      
       
      Indien aan het eind van de mène
      geen enkele boule op toegestaan terrein ligt is de mène ongeldig. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 30 - Verwijdering van
      vuil op de boule vóór meting 
      
       
      Alles wat aan de boule of het but
      kleeft, moet vóór de meting worden verwijderd. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 31 - Spelonenigheid en
      protesten
      
      
       
      Om ontvankelijk te zijn moet een
      protest bij de scheidsrechter worden in gediend. 
      
      
       
      Wanneer een protest wordt
      ingediend, nadat het resultaat van een partij vaststaat, wordt het niet
      meer in overweging genomen. 
      
      
       
      Iedere ploeg is verantwoordelijk
      voor het toezicht op de tegenstander (licenties, categorie, speelterrein,
      boules, enz.). 
      
      
       
       
      
       
      DISCIPLINE
      
       
      ARTIKEL 32 - Strafpunten voor
      afwezige ploegen of spelers 
      
       
      De spelers behoren bij de
      wedstrijdtafel aanwezig te zijn, wanneer de loting voor de ontmoetingen en
      de bekendmaking van de uitslag hiervan plaatsvindt. 
      
      
       
      De ploeg die een kwartier na het
      bekendmaken van de uitslag van de loting niet op het speelterrein aanwezig
      is, krijgt een strafpunt dat ten gunste van de tegenstander komt. 
      
      
       
      Na het verstrijken van dit
      kwartier komt, voor elke 5 minuten afwezigheid, er een strafpunt bij. 
      
      
       
      Dezelfde sancties zijn van
      toepassing tijdens het verdere verloop van de wedstrijd, na elke loting en
      in het geval van hervatting van de partijen als deze, om welke reden dan
      ook, onderbroken zijn geweest. 
      
      
       
      De ploeg die binnen een uur na de
      bekendmaking van de loting nog niet op het speelterrein aanwezig is, wordt
      wegens niet opkomen tot verliezer verklaard. 
      
      
       
      Een onvolledige ploeg heeft het
      recht de partij te beginnen zonder op de afwezige speler te wachten, maar
      beschikt niet over zijn boules. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 33 - Aankomst van
      afwezige speler
      
      
       
      Indien de afwezige speler zich
      komt melden, nadat de eerste mène is begonnen mag hij aan deze mène niet
      meer deelnemen. 
      
      
       
      De speler wordt pas bij de
      volgende mène tot het spel toegelaten. 
      
      
       
      Meldt de speler die afwezig was
      zich later dan 1 uur na aanvang van de partij, dan verliest hij het recht
      aan deze partij deel te nemen. 
      
      
       
      Indien zijn medespeler(s) deze
      partij wint(winnen), mag hij aan de volgende partij deelnemen, indien de
      ploeg mede onder zijn naam is ingeschreven. 
      
      
       
      Indien de wedstrijd in poules
      wordt gespeeld, dan mag de speler aan de tweede partij deelnemen, ongeacht
      het resultaat van de eerste partij. 
      
      
       
      Een mène wordt geacht te zijn
      begonnen, wanneer het but op reglementaire wijze op het speelterrein is
      geworpen. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 34 - Vervanging van
      spelers
      
      
       
      Vervanging van één speler in
      doubletten of één of twee spelers in tripletten is slechts toegestaan,
      zolang de wedstrijd nog niet is begonnen (door middel van een fluitsignaal
      of aankondiging) en op voorwaarde dat de vervanger(s) niet waren
      ingeschreven voor de wedstrijd in een andere ploeg. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 35 - Slecht weer,
      onafgemaakte partijen, ontbreken van een speler 
      
       
      In geval van regen moet elke mène
      die aan de gang is, worden voltooid, tenzij de scheidsrechter, die in deze
      alleen bevoegd is anders beslist. 
      De scheidsrechter met de jury zijn bevoegd te beslissen over een
      onderbreking of de annulering van een mène in geval van overmacht. 
      
      
       
      Wanneer na de aankondiging van
      een nieuwe fase in de wedstrijd (2e, 3e ronde, enz.) bepaalde partijen nog
      niet zijn voltooid, kan de scheidsrechter, na raadpleging van de
      wedstrijdleiding, alle maatregelen of besluiten nemen die hij nodig acht
      voor een goed verloop van de wedstrijd. 
      
      
       
      Een speler mag zich niet van een
      aan de gang zijnde partij verwijderen of het speelterrein verlaten zonder
      toestemming van de scheidsrechter. 
      Mocht dit toch gebeuren, zonder dat toestemming is verleend, dan worden de
      regels van artikel 32 en artikel 33, toegepast. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 36 - Verdeling van
      prijzen en wangedrag 
      
       
      Verdeling van de prijzen en de
      beloningen is ten strengste verboden. 
      
      
       
      Wanneer ploegen tijdens het
      spelen van finale-partijen of andere partijen blijk geven van gebrek aan
      sportiviteit en aan respect tegenover het publiek, de wedstrijdleiding of
      de scheidsrechter, zullen zij van de wedstrijd worden uitgesloten. 
      
      
       
      Deze uitsluiting kan tot gevolg
      hebben dat eventueel behaalde resultaten niet geldig worden verklaard,
      alsmede toepassing van de in artikel 37 gestelde sancties. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 37 - Wangedrag van een
      speler
      
      
       
      De speler die zich schuldig maakt
      aan incorrect gedrag of, reden te meer, aan geweld jegens een
      wedstrijdleider, een scheidsrechter, een andere speler of een toeschouwer,
      kan afhankelijk van de ernst van de overtreding met één of meer van de
      hieronder genoemde sancties worden bestraft: 
      
      
       
      
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             uitsluiting van de wedstrijd; 
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             intrekking van de licentie; 
            
             
           | 
         
        
          | 
             
             
            
             
           | 
          
             inbeslagname van of verplichting tot teruggave van de
            prijzen en beloningen. 
            
             
           | 
         
       
       
      
      
       
      De
      sanctie die ten aanzien van de schuldige speler wordt genomen, kunnen 
      ook worden toegepast op zijn medespeler(s). 
        
      
       
      De onder de punten 1) en 2)
      genoemde sancties worden opgelegd door de scheidsrechter. 
      
      
       
      De onder punt 3) genoemde sanctie
      wordt toegepast door de wedstrijdleiding. 
      De wedstrijdleiding moet binnen 48 uur de inbeslaggenomen prijzen en
      beloningen, tezamen met haar verslag, doen toekomen aan de bondsinstantie
      die over de bestemming ervan beslist. 
      In elk geval beslist in laatste instantie het bondsbestuur. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 38 - Verplichtingen van
      de scheidsrechter en gedrag van de toe- schouwers
      
      
       
      De scheidsrechters die zijn
      aangewezen voor het leiden van de wedstrijden zijn belast met het toezicht
      op de strikte toepassing van het spelreglement en de administratieve
      reglementen die deze completeren. 
      De scheids rechters hebben de bevoegdheid om iedere speler of iedere ploeg
      die zou weigeren zich bij hun beslissing neer te leggen, van deelname aan
      de wedstrijd uit te sluiten. 
      
      
       
      Toeschouwers met een licentie of
      de geschorsten die door hun gedrag de oorzaak zouden zijn van
      ongeregeldheden op het speelterrein, zullen door de scheidsrechter worden
      gerapporteerd aan de daartoe aangewezen bondsinstantie. 
      Deze bondsinstantie zal de zaak van de overtreder(s) aanhangig maken bij
      de commissie tuchtrechtspraak. 
      Deze commissie zal de schuldige(n) oproepen en uitspraak doen over de te
      nemen sancties. 
      
      
       
       
      
      
       
      ARTIKEL 39 - Samenstelling en
      taken van de wedstrijdjury 
      
       
      Gevallen, waarin dit reglement
      niet voorziet, worden onderworpen aan het oordeel van de scheidsrechter
      die hierover kan beraadslagen met de jury. 
      Deze jury bestaat uit tenminste drie en ten hoogste vijf leden. Tegen de
      op grond van dit artikel genomen beslissingen door de jury is geen beroep
      mogelijk. 
      Als de stemmen staken is de stem van de voorzitter van de jury
      doorslaggevend. 
      
      
       
       
      
      
       
      Kleding
      van de spelers
      
       
      Correcte kleding is voor iedere
      speler vereist (ontbloot bovenlichaam of blote voeten zijn niet
      toegestaan). 
      Een speler die deze regels niet na- komt wordt, na een waarschuwing van de
      scheidsrechter, van deelneming aan de wedstrijd uitgesloten. 
      
       
      N.B. Het huidige reglement is
      goedgekeurd door het Internationale Congres te Brussel op 21 september
      1995 
      
      
       
      Internationaal Spelreglement Pétanque
      van de FIPJP mede uitgegeven door de NJBB, 1 juni 1996.
      
      
       
       
      
      
       
       
      
       
         |